Advaita Vedanta
De Advaita Vedānta (Sanskriet अद्वैत वेदान्त; IAST Advaita Vedānta; IPA [/əd̪veat̪ə veːd̪ɑːnt̪ə/]?) is een filosofisch-religieuze onderschool binnen de Vedanta en vertegenwoordigt een puur monistische of nondualistische manier van denken. A-dvaita (niet-tweeheid) duidt opnon-dualisme. De belangrijkste filosoof van deze stroming is Sri Shankara.
In de advaita vedanta of advaitavada ligt de nadruk op jnana yoga. Jnana yoga betekent letterlijk "kennisyoga" of "eenwording door kennis". Het is de tak van de yoga waarbij men tracht via kennisverwerving over de aard van het bewustzijn tot zelfverwerkelijking of realisatie van de ware aard van atman (het "zelf" ontdaan van alle illusies omtrent de eigen aard) te komen.
In de advaita vedanta wordt, net als in de boeddhistische shunyavada, de relatieve werkelijkheid, de scheiding tussen het eigen bewustzijn en het kosmisch bewustzijn ontkend en wordt alleen de absolute werkelijkheid als waarheid erkend (puur monisme). Dit in tegenstelling tot de dvaitadvaitavada (het dualistisch non-dualisme), waar de relatieve werkelijkheid van het individuele bewustzijn wel wordt erkend als een tijdelijke toestand tot aan de vereniging met het kosmische bewustzijn (tijdelijk dualisme of neutraal monisme).
Bij de eveneens neutraal monistische advaitadvaitadvaitavada (het non-dualistisch dualistisch non-dualisme) gaat men ook uit van een tijdelijk dualisme, maar wordt tevens erkend dat de ziel is voortgekomen uit het kosmisch bewustzijn (uit non-dualiteit).
Advaita Vedanta werd in de jaren '60-'70 in Nederland geïntroduceerd door Wolter Keers. Ramana Maharishi en Nisergedatta waren inspiratiebronnen voor hem. Leraren die veel betekend hebben voor de verspreiding van Advaita Vedanta in Nederland waren Alexander Smit en Douwe Tiemersma.
Uitgebreide toelichting
Advaita.
Letterlijk ‘non-dualiteit:’ a-dvaita. Alleen van het Brahman, het absolute zijn, wordt gezegd dat hetadvaita is, want het dagelijkse, relatieve zijn (vyavaharika) wordt getekend door verschillen in het algemeen, en door een deling in een subject- en een objectveld in het bijzonder – dus door dualiteit. Vooral deze laatste gespletenheid van de ervaring wordt door Advaita Vedanta opgevat als dvaita, ‘tweeheid:’ een soms als relatief, soms als illusoir aangeduide splitsing van de werkelijkheid in (een wezensvreemd) zijn en (persoonlijk) bewustzijn, waardoor beide tegenover elkaar kunnen komen te staan. Brahman als hoogste, absolute werkelijkheid, die vrij is van verschillen, kent een dergelijke splitsing niet. Eender geldt voor Atman, het absolute bewustzijn, dat door de term ‘advaita’ volledig met Brahman wordt geïdentificeerd: Atman isBrahman, absoluut bewustzijn is absoluut zijn. Heel specifiek beduidt de term ‘advaita’ deze non-dualiteit van de zijns- en bewustzijnskant van de werkelijkheid: beide zijn geheel zonder verschillen, en verschillen dus ook niet van elkaar.
Dit laatste betekent dat het gewoonlijk in de ervaring van de betrekkelijke wereld gegeven subject-objectonderscheid wegvalt, zodra men inzicht verkrijgt in de meer reële, fundamentele eenheid van de wereldgrond, Atman-Brahman. Subject en object kunnen in het alledaagse leven worden onderscheiden, en beide hebben hun eigen filosofie (het subject die van Atman, het object die van Brahman) – maar uiteindelijk blijken beide samen te vallen binnen het vlak, en vanuit het gezichtspunt van een hogere werkelijkheid, die geen verschil meer toestaat. Het is op dit punt dat er van advaita wordt gesproken: in de aard der zaak is alles non-duaal.
Zie ook: aham Brahman asmi, Atman, Brahman, tat tvam asi.
Advaita Vedanta.
Term, samengesteld uit ‘Advaita’ (letterlijk: non-dualiteit) en ‘Vedanta’ (letterlijk: einde van de Veda). Advaita Vedanta is een filosofische stroming, gericht op de bevrijding van de kringloop van wedergeboorten, die zich baseert op de Upanishaden die het besluit vormen van de Veda, en de Brahmasutravan Badarayana (tussen 200 en 450 na Chr.). Ook de Upanisadbhasya’s van Sankara vormen een hoeksteen van het Advaitische gedachtengoed. Alles draait hierbij rond de centrale notie van Advaita, de non-dualiteit vanAtman en Brahman, die ook de hetzij relatieve, hetzij illusoire aard van alle andere verschillen (dualiteiten) impliceert. Een levend inzicht in deze non-dualiteit betekent de bevrijding van de steeds weerkerende beperkingen.
De door de boeddhisten beïnvloedde filosoof Gaudapada (tussen 500 en 780 na Chr.) deed de aanzet tot het leggen van een filosofische fundering voor wat later de Advaita Vedanta zou worden, en die pas voltooid werd door zijn leerling Sankara (rond 800 na Chr.). Sankara leverde talrijke commentaren op de Upanishaden en deBrahmasutra. Zijn leer en geschriften zijn door volgelingen en latere Advaita-filosofen op uiteenlopende wijze geïnterpreteerd, maar altijd is Sankara een spilfiguur in het Advaitische denken gebleven. Advaita Vedanta is op dit moment een van de belangrijkste stromingen binnen de Hindoeïstische religiositeit.
Zie ook: advaita, aham Brahman asmi, Atman, Brahman, Sankara, tat tvam asi, upanishaden, vedanta.
Advaita Vedanta




